Dahab – St. Catharina * Klooster * Sinaï-berg
Dag 18 – Dinsdag 11 november 2003:
Het is 7:00 uur als de wekker gaat. Nog even de laatste spulletjes inpakken en dan naar het ontbijt. Om kwart over acht verzamelen we bij de ingang van het hotel. De buschauffeur is op verzoek van Mariet de bus aan het wassen, zodat we onderweg ook wat kunnen zien door de ramen. Nadat onze koffers in de bus zijn geladen, vertrekken we naar St. Catharina.
We rijden direct door naar het St. Catharina klooster. Daar is het erg druk, je kunt er over de hoofden van de toeristen lopen. We hebben meteen een paar kamelen gereserveerd voor vanmiddag.
Onderweg naar het hotel stoppen we bij een supermarktje waar we wat te eten kunnen halen voor tussen de middag. En drinken voor morgen in de bus naar Cairo natuurlijk.
Om kwart over 12 komen we aan bij het hotel. Het nieuwe gedeelte dat voor het oude deel is gebouwd ziet er nog best aardig uit. Maar natuurlijk hebben wij de kamers in het oude deel van het hotel. Gelukkig hoeven we hier maar één nachtje te slapen. De douche die gebruiken we maar niet, want de draadjes van de boiler zijn gewoon los in een stopcontact gestoken.
Tegen tweeën vertrekken we opnieuw naar het klooster. Het pad dat de berg op gaat begint achter het klooster. Kristel, Marianne en ik hebben ervoor gekozen om het eerste stuk met een kameel naar boven te gaan. Het pad is erg zwaar en halverwege stappen Dennis en Krista die eigenlijk best bang is voor kamelen ook op een kameel.
Op de trap, we mogen nog 750 treden zelf lopen, heb ik geloof ik wel 15 keer gezegd dat ik niet meer verder wilde. Het was dan ook heel zwaar. Nu ben ik blij dat Dennis elke keer zei: “nog een klein stukje.” en dan we toch helemaal boven zijn gekomen. Helaas is het bewolkt waardoor we de zon niet onder kunnen zien gaan.
We besluiten om daar ook niet op te wachten en ervoor te zorgen dat we voor het donker de trap weer af zijn. Want die treden zijn niet netjes gelijk, het is dus flink uitkijken dat je niet valt.
Het pad moeten we wel grotendeels in het donker afleggen, maar we hebben zaklampen bij ons. Omdat het ook nog 11 november, st. Maarten is zingen we een liedje onderweg.
11 november is de dag, dat mijn lichtje, dat mijn lichtje, 11 november is de dag, dat mijn lichtje schijnen mag.
Halverwege de afdaling als we een stuk met z’n tweeën lopen, gaat Dennis op zijn knieën om te vragen of ik met hem wil trouwen. Natuurlijk wil ik dat. Voor de nieuwsgierigen: jullie moeten nog even wachten, het wordt 20 mei 2005, want we gaan eerst verhuizen.
Om iets over zessen zijn we weer benenden. Omdat we pas om 7 uur zouden worden opgehaald, laten we via de touristenpolitie het hotel waarschuwen, zodat de chauffeur ons weer kan ophalen.
We hebben allemaal flinke spierpijn en Dennis en ik hebben ook allebei een blaar opgelopen. Maar we zijn wel heel trots dat we het gehaald hebben.
Bij het eten in het hotel drinken we cola met daarin een scheutje strörum uit de fles van Gerard en Kristel. Dat is best lekker om weer warm te worden, want hier in de bergen is het een stuk kouder dan dat gewend zijn de laatste weken.
Na het eten kruipen we vroeg in bed want we zijn best moe geworden van deze dag.